'VAN OPGAVE NAAR OVERGAVE'
Eén op de vijf, dus 20% van de mensen, is hoog sensitief. Mijn gevoel is dat dit percentage binnenkort omhoog bijgesteld gaat worden. Enerzijds omdat er veel hoog sensitieve kinderen worden geboren, ook wel ‘Nieuwetijds Kinderen’ genoemd. Anderzijds omdat er steeds meer mensen ontdekken dat ze hoog sensitief zijn en eigenlijk altijd al waren. Tijd dus om eens aandacht aan dit onderwerp te besteden. Laten we beginnen bij het begrip ‘hoog sensitief’. Wat is dat? Als je hoog sensitief bent, betekent dat dat je ‘senses’ gevoeliger of hoger ontwikkeld zijn dan gemiddeld. Als Hoog Sensitief Persoon (HSP) neem je daardoor meer en intenser waar, niet met één zintuig, maar met al je zintuigen. Er komen dus veel prikkels tegelijkertijd binnen, die daarna op een diep niveau worden verwerkt en ervaren. Dit geeft een zeer rijke gevoelservaring vol waardevolle inzichten en inspiratie. Mooie gebeurtenissen, waarbij de zintuigen op precies de juiste manier worden geprikkeld, voeden de ziel van een HSP en kunnen oprecht ervaren worden als ‘de hemel op aarde’. Vooral natuurlijke prikkels als het zien van de opkomende zon, het voelen van de wind in je haren, het ruiken van de frisse geur na een onweersbui, het geluid van een schaterlachend kind, het ervaren van echte liefde. Een HSP zal hier vaak diep en intens van kunnen genieten en dit ook opzoeken. De zintuigen van een HSP zijn dus sterk ontwikkeld en zeer actief, maar het gaat verder dan dat. Ook het zesde zintuig, de intuïtie, is meestal bovengemiddeld ontwikkeld. Dit maakt dat een HSP in het contact met de ander veel meer waarneemt dat alleen het zien van een nieuwe bril en het ruiken van een nieuw geurtje. Een HSP is extra gevoelig voor sfeer en emoties. Naast het zintuigelijk waarnemen van de ‘buitenkant’, neemt een HSP dus net zo snel waar wat er leeft aan de ‘binnenkant’. Contact met een HSP is daardoor zelden oppervlakkig, omdat je echt gezien en gehoord wordt. Van buiten én van binnen. Doordat een HSP alle details waarneemt en razendsnel verwerkt, zijn het vaak ook hele waardevolle adviseurs. Ze herkennen kwaliteit en schoonheid als geen ander. Ze doorzien processen en kunnen zeer genuanceerd en zonder waardeoordeel de vinger op de zere plek leggen. Alles is immers meegewogen, bekeken en gevoeld en kan daardoor perfect tot uiting worden gebracht. Veel Hoog Sensitieve Personen hebben dan ook beroepen waarbij deze gaven tot hun recht komen, zoals coach, psycholoog, dichter, adviseur, kunstenaar, onderzoeker, ontwerper, fotograaf, musicus etc. Hoog Sensitiviteit is dus een gave. Het is je als HSP-er namelijk ‘gegeven’ om meer waar te nemen dan gemiddeld en alle mooie dingen van het leven extra intens en diep te ervaren. Door deze ervaringen ook zelf mede te creëren en te delen, wordt een Hoog Sensitief Persoon over het algemeen als creatief, liefdevol en enthousiast ervaren. Hoog Sensitieve Personen zijn vaak ware levenskunstenaars. En toch, helaas, wordt Hoog Sensitiviteit net zo vaak als een handicap of gebrek ervaren. Als een ‘opgave’ in plaats van een ‘gave’. Hoe komt dat? Dat komt doordat een HSP geen natuurlijk ingebouwd filter heeft, die alleen de mooie ervaringen toegang geeft in de juiste dosering. Hoe fijn zou het zijn als dat wel zo was! Maar helaas. De werkelijkheid is dat iedere prikkel, prettig of onprettig, direct keihard binnenkomt en ook nog eens op een diep niveau wordt verwerkt. Zo kan een scherp prikkend kaartje in een kledingstuk al tijdelijk het gevoel geven van ‘de hel op aarde’. Denk ook aan harde schelle geluiden, stank, heftige emoties als woede en schuld en het gevoel van onrecht. Niemand vind dit prettig en leuk, maar bij een HSP komen deze dingen extra hard en diep binnen en duurt het daarom ook extra lang om hiervan te herstellen. Een HSP kan bijvoorbeeld letterlijk pijn in het hart krijgen bij het zien van wereldleed op het nieuws en er van wakker liggen. Ook kan een HSP extreem veel last hebben van geluiden die voor anderen niet hoorbaar zijn, denk aan een oplader in het stopcontact of een ventilator die aanstaat. Samen in één bed slapen is ook een uitdagende gebeurtenis voor een HSP. Probeer maar eens echt tot rust te komen als je je zo bewust bent van de ander en alle prikkels die daar mee gepaard gaan. In het persoonlijk contact lukt het een HSP vaak niet om een oppervlakkig ‘gezellig’ gesprek vol te houden als de intuïtie zegt dat er iets aan de hand is met de ander. Als de onderhuidse emoties niet worden uitgesproken of bevestigd, blijft dit doormalen in het hoofd. Verder geven alle vormen van disharmonie veel onrust. Dit kan zorgen voor gepieker, het ontwijken van contact en het vermijden of juist aangaan van conflict. Het verwerken van prikkels en helemaal negatieve prikkels kost een HSP veel energie en idealiter komen ze na iedere prikkel eerst tot zichzelf voordat ze weer opgeladen ‘verder kunnen’. Helaas is het leven er niet op ingericht dat we na iedere ervaring even kunnen bijkomen. In het huidige leven schieten we van prikkel naar prikkel, van ervaring naar ervaring. Het resultaat? Chronische overprikkeling. Veel Hoog Sensitieve Personen zijn jarenlang, soms zelfs al vanaf hun kindertijd chronisch overprikkeld. Doordat Hoog Sensitieve Personen een extreme behoefte hebben aan het ervaren van een mooie, bijna idyllische wereld en een leven vol harmonie, hebben ze vaak als overlevingsstrategie het vermogen ontwikkeld om nare ervaringen zo te verwerken dat ze betekenis en waarde krijgen. Ook zijn ze vaak meesters geworden in het leren herkennen en ombuigen van negatieve emoties van zichzelf en de ander. Hiermee dient de HSP niet alleen de ander, maar vooral ook zichzelf omdat op deze manier de rust, harmonie en vrede kunnen worden hersteld. Zo kan het gebeuren dat een hoog sensitieve moeder, die eigenlijk behoefte heeft aan een moment voor zichzelf, eerst alle gezinsleden in de watten legt, in de hoop dat daarmee wat rust en vrije tijd ‘gekocht’ kan worden. Of gaat een hoog sensitief kind in plaats van even lekker alleen spelen om bij te komen, ineens met 3 vriendjes spelen, om maar niemand teleur te stellen. Alles om de harmonie te bewaken en de ander niet te kort te doen. Want uiteindelijk kost dat vaak minder energie dan ’nee’ zeggen en het verduren van boosheid, schuld en disharmonie. Een HSP richt het leven dus vaak in rond het helpen, helen, adviseren en ‘pleasen’ van de ander, met als uiteindelijke doel rust en harmonie voor zichzelf te creëren. Doordat de HSP hier goed in is, zal hij of zij enorm worden gewaardeerd door de mensen die hier behoefte aan hebben. Dit geeft de HSP een goed gevoel want hij/zij heeft immers weer een steentje kunnen bijdragen aan ‘de ideale wereld’. Het gevaar is, dat het vaak éénrichtingsverkeer wordt. Omdat een HSP zo druk is met het helpen en helen van de mensen en situaties om zich heen, is er minder ruimte voor de eigen behoeftes. Een HSP zal vaak de indruk geven niets of niemand nodig te hebben en het allemaal prima zelf te kunnen. Dat is vaak ook zo, want niets belast een HSP meer dan het idee een ander te belasten. Dat geeft namelijk een gevoel van ‘in de schuld staan’, met de bijbehorende ongewenste druk en verwachting. Een HSP zal daarom liever geven dan ontvangen, met als resultaat een disbalans in relaties. Want… doordat de HSP zoveel geeft, staat de ander automatisch ‘in de schuld’ en dat is dan weer de ‘killer’ op het gebied van gelijkwaardigheid. Iets wat vaak ver te zoeken is in een relatie met een HSP. Jammer, want als er iets is waar een HSP diep van binnen behoefte aan heeft, is dat juist gelijkwaardigheid. En zo creëert een HSP stap voor stap een emotionele gevangenis voor zichzelf. Door zoveel te geven, ontstaan er verwachtingen. Verwachtingen die als een zware en grote verantwoordelijkheid drukken op de schouders van een HSP, die in de basis vaak juist allergisch is voor ‘moeten’. De gelijkwaardigheid neemt af, de druk en prikkels nemen toe. Het krijgen van een serieuze relatie en kinderen zorgt ervoor dat het gevoel van verantwoordelijkheid, het bewaken van de harmonie en het omgaan met verwachtingen en ‘moeten’ nog meer toeneemt en zelfs op de spits wordt gedreven. Er MOETEN veel behoeftes ingevuld worden, er MOET veel onrust getolereerd worden en er MOET vaak gedrag gecorrigeerd worden. Voor een HSP is de periode van het jonge ouderschap, waarin de prikkels een hoogtepunt bereiken, dan ook vaak een pittige periode. Als de HSP zich in periodes van grote druk en overprikkeling eerlijk zou laten zien aan de buitenwereld, dan zou er al snel het stempeltje depressie, burn-out of midlifecrisis opgeplakt kunnen worden. Omdat dit niet in het ideale plaatje van de HSP past, zal het over het algemeen zo zijn dat de minder sensitieve buitenwereld er niets van merkt als een HSP het moeilijk heeft. De HSP zal het namelijk, zoals gebruikelijk, alleen proberen op te lossen en een ander er niet mee willen belasten. Meestal lukt dat ook, soms niet. ‘Wat is er toch mis met me?’ ‘ik kon altijd alles aan en stond voor iedereen klaar en nu lijkt het wel of ik niets meer kan verdragen’ zijn gedachten die dan spelen. In de zoektocht naar antwoorden ontdekken veel mensen pas dán dat ze Hoog Sensitief zijn. Dit zorgt vaak voor grote herkenning en opluchting. Want… ter geruststelling voor alle Hoog Sensitieve Personen die dit lezen en herkennen. Er is helemaal NIETS mis met je en NEE je bent geen slecht mens. Je hebt alleen een prachtige gave, die een opgave voor je is geworden. Waarom? Omdat het leven vaak niet automatisch ingericht is op een manier die jou als HSP goed doet. De norm in de samenleving en maatschappij wordt nog steeds gesteld door de meerderheid die niet hoog gevoelig is. Het is dus de hoogste tijd dat je goed voor jezelf gaat zorgen. ‘Zijn’ wie je bent en je leven en je omgeving daarop inrichten en aanpassen. Op deze manier kun je van je opgave weer je gave maken en in je kracht komen te staan. Hoe je dat doet? Hieronder vind je een paar belangrijke stappen die je kunnen helpen. 1) Kom uit de kast als Hoog Sensitief Persoon Er echt voor uitkomen dat je hoog sensitief bent en je leven er naar inrichten, kan veel schuld en schaamte oproepen. De angst om vreemd, asociaal of egocentrisch over te komen, ligt dan op de loer. Toch kun je pas echt in je kracht gaan staan als je eerlijk bent naar jezelf en naar de mensen in je omgeving over je verhoogde sensitiviteit. Mensen die je kennen en die van je houden, zullen het waarschijnlijk herkennen en je steunen. Vaak kan het ook een opluchting betekenen, omdat ze door jouw toelichting ineens begrijpen dat jouw vermijdende gedrag of behoefte aan alleen zijn, niet aan hen ligt of hun schuld is. Als mensen het niet begrijpen of je er zelfs op aanvallen, is het goed om je eens af te vragen hoeveel die persoon voor je betekent en hoe graag je die wel of niet in je leven wilt houden. Vaak ontdek je dat mensen die je niet steunen, juist de mensen waren waarbij je energie toch al wegstroomde. Waarbij er al geen balans was tussen geven en ontvangen en waarbij jij teveel verantwoordelijk nam voor het geluk van de ander. Uiteraard doet het verdriet om mensen achter te laten, maar besef ook dat je door jezelf te zijn, je automatisch het kaf van het koren scheidt. De eerste stap op weg naar jezelf. 2) Ontmantel en verwijder zoveel mogelijk de negatieve prikkels Als je eerlijk bent over je hoog sensitiviteit is het ook tijd om eerlijk te zijn over de prikkels in je leven. Wat kost jou teveel energie? Maak hier een lijstje van en elimineer deze prikkels zoveel mogelijk. Voorbeelden van stappen die door Hoog Sensitieve Personen genomen worden zijn:
3) Neem de regie over je eigen leven en gun jezelf levenscadeautjes Bij stap 2 heb je, met het elimineren van de negatieve prikkels, ruimte en rust gecreëerd. Stap twee geeft je de mogelijkheid om te bepalen hoe je die ruimte en rust zo inricht dat het je goed doet. Voorbeelden van ‘cadeautjes’ die Hoog Sensitieve Personen zichzelf hebben gegeven zijn:
4) Blijf trouw aan jezelf Het is voor een HSP moeilijk om trouw te blijven aan zichzelf omdat de prikkels van buiten onverminderd doorgaan. Het is daarom extra belangrijk om je eigen behoeftes en verlangens scherp te houden. Grenzen stellen, zodat je in al het geweld van prikkels en emoties van buiten en van binnen, toch trouw kunt blijven aan jezelf. Jouw innerlijke stem opzoeken. Meditatie, begeleiding, coaching en steun van geliefden kunnen hierbij van grote waarde zijn. Dus samengevat: 1) Kom uit de kast als Hoog Sensitief Persoon 2) Elimineer de dingen uit je leven die energie kosten 3) Geef jezelf 'levenscadeautjes' die je ziel voeden en je leven als HSP verrijken 4) Blijf trouw aan jezelf door continu grenzen te stellen Het resultaat? Je voelt je bevrijd. Je kunt weer energie geven aan de dingen die jou energie geven en daarmee volledig in je kracht staan en het leven vieren. Als iedereen dat doet, brengen we samen een beetje van ‘de hemel op aarde’. En was dat niet precies het levensdoel waarmee jij als HSP ooit naar de aarde bent gekomen? ;-) En.... laat ik zelf beginnen bij stap 1 door uit de kast te komen. Ja, ik ben een HSP :) Alice Kroeze www.dnacoaching.nl
1 Comment
Dan is het nu tijd om MOET te vervangen door MOED
De moed om al het 'moeten' in je leven eens flink onder de loep te nemen. Want zodra iets voelt als moeten, is dat een signaal dat je er niet blij van wordt en dat het je meer energie kost dan dat het je oplevert. Als je die conclusie trekt, stop dan NU met die activiteit. Als dat echt niet kan, ga dan op zoek naar een vorm die wél bij je past, net zolang tot het niet meer voelt als moeten, maar als 'willen' of 'mogen'. Het lijkt misschien een simpele stap, maar de ervaring leert dat je veel moed nodig hebt om dit besluit te nemen én het ook door te zetten. Want door de dingen die voelen als 'moeten' niet meer te doen of ze anders te gaan doen, breng je ook offers. Waarschijnlijk doe je het 'moeten' vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel of om anderen blij te maken. Stoppen met die activiteit kan zorgen voor minder waardering van buitenaf en kan ook een schuldgevoel oproepen. Als dat gebeurt, check dan goed en eerlijk of het schuldgevoel terecht is. Vaak is dat niet het geval en heeft het meer te maken met het doorbreken van een patroon of een verwachting. Soms is het schuldgevoel wél terecht, omdat je werkelijk de verantwoordelijkheid draagt. Denk hierbij aan ouders die de verantwoordelijkheid hebben om voor hun kinderen te zorgen of een bakker die de verantwoordelijkheid heeft om brood te bakken en een manager die de verantwoordelijkheid heeft zijn of haar afdeling te managen. In de laatste twee gevallen kun je nog kiezen voor een andere loopbaan. Als je dat niet kunt of wilt, dan wil dat nog steeds niet zeggen dat je je gevangen hoeft te voelen door 'het moeten'. Wat je dan kunt doen, is op zoek gaan naar een manier waarop je jouw verantwoordelijkheid zo kunt invullen, dat je er zelf ook (weer) blij van wordt. Zowel op je werk als thuis. Zo merkte ik een tijdje geleden dat het spelen met mijn twee stoere zonen (Tim van 4 en Lev van bijna 7) als moeten begon te voelen. Het spelen van Ninja-tje of Powerrangertje koste me namelijk erg veel energie. Helemaal als van me 'verwacht' werd dat ik met veel spannende moves en geschreeuw deed alsof ik werd uitgeschakeld. Ik voelde me er rot en ook schuldig over, want ik gun Lev en Tim een leuke en lieve moeder, die met ze speelt. Toen ik eens onder de loep nam wat er eigenlijk met me gebeurde, besefte ik dat het helemaal niet aan het 'spelen met m'n kinderen' lag, maar dat de vorm waarin het werd gegoten gewoon niet bij mij past. Ik heb Lev en Tim toen uitgelegd dat ik samen spelen heel erg leuk vind, maar dat ik niet blij word van vecht en schietspelletjes. Dat begrepen ze eigenlijk best. 'Jij bent een meisje en die houden niet zo van stoere jongens spelletjes' zeiden ze geruststellend. (de schatten) Nu spelen ze ninja-tje en powerrangertje met elkaar en ben ik de prinses die bevrijd moet worden. Een rol die veel beter bij me past ;-). Of we gaan samen zwemmen, knutselen of stokken en stenen zoeken in het bos. Allemaal dingen waar ik wél blij van word. Op deze manier werd het spelen, dat steeds meer aanvoelde als 'moeten', weer een activiteit waar niet alleen de kinderen, maar ook ik blij van word. Niet alleen thuis, maar ook in je werk kun je deze methode toepassen. Meestal zijn er verschillende manieren om je rol te vervullen en hetzelfde resultaat te boeken. Ga op zoek naar de vorm waar jij blij van wordt en geef energie aan de dingen waar je zelf energie van krijgt. Het is misschien even wennen en waarschijnlijk moet je wat schuldgevoel of onbegrip verduren, maar uiteindelijk is het meer dan de moeite waard. Ik gun je veel moed en vooral ook veel plezier! Alice Kroeze www.dnacoaching.nl Vandaag is mijn favoriete seizoen van het jaar begonnen. De lente! Het seizoen vol beloftes. Het wordt iedere dag weer iets langer licht, de natuur komt weer tot leven en ik kijk al weer uit naar de eerste 'flip-flop dag' van het jaar, of 'rokjes dag' zoals velen die dag noemen. Wat mooi eigenlijk, dat de natuur haar seizoenen kent. En dat we op die manier iedere keer weer kunnen uitkijken naar dát wat het nieuwe seizoen ons te brengen heeft. Maar hoe zit het eigenlijk met jouw 'innerlijke seizoenen'? Met de verschillende fases die je, ook als mens, nodig hebt om energie in je leven te houden. Ben je je daar bewust van? In de volgende online-workshop neem ik je mee naar jouw eigen seizoenen om je ervan bewust te maken of om je eraan te helpen herinneren. Een workshop energiemanagement met waardevolle lessen vanuit de natuur én de seizoenen. kunstwerk door: M.C. Escher
OVER EEN VOGEL DIE LEERDE DAT HIJ EEN VIS MOEST ZIJN Er was eens een heel klein vogeltje dat tijdens een grote storm in het water was gevallen. Hij werd ontdekt door een paar verantwoordelijke vissen die hem met liefde meenamen naar de onderwaterwereld om daar voor hem te zorgen. Van jongs af aan werd hem verteld dat hij een vis was en dat hij onder water moest blijven, om daar veilig te leren zwemmen en leven. Boven het water… daar moest hij niet komen, want daar was het gevaarlijk, daar kon je opgevreten worden. De vogel deed zijn uiterste best om onder water te blijven. Hij voelde dat de vissen het juiste met hem voor hadden en hij probeerde precies dat te doen wat ze van hem verwachtten. Maar wat hij ook deed, het lukte hem niet om lang onder water te blijven. Hoe hard hij ook zwom, hij werd steeds weer naar boven geduwd. En daarnaast kreeg hij het vaak heel benauwd. Zo benauwd dat hij niet anders kon dan zo nu en dan, stiekem, zijn kop boven het water uitsteken om snel even adem te halen. Hij keek vol bewondering naar de andere vissen. Hoe kregen zij het toch voor elkaar? Zij hoefden nooit naar boven om adem te halen. Het was hen wel gelukt om altijd onder water te blijven en ook het zwemmen leek hen geen enkele energie te kosten. Waarom lukte het hem nu niet? Wat deed hij toch verkeerd? De vogel voelde zich onhandig, lelijk, dom en stom. En hij was niet de enige. Ook de andere vissen begonnen zich aan hem te ergeren. Waarom kon hij nu niet gewoon nog beter zijn best doen? Zo moeilijk was het toch allemaal niet? En naar mate hij ouder werd, werd hij steeds onzekerder, somberder... en bang. Super bang, omdat de vissen hem keer op keer vertelden dat hij er nu echt eens mee op moest houden om zijn kop boven het water uit te steken. Want daar, boven het water, kon je opgevreten worden! Maar wat de vogel ook deed, het lukte hem niet om net zo te zijn als die geweldige, perfecte vissen. Hij voelde zich een mislukkeling. Een lastpost, die alleen maar zorgen en ellende gaf. Waarom kon hij nu niet gewoon zijn, net zo als alle andere vissen om hem heen? Op een dag voelde hij zich zo ellendig en zo benauwd daar onder het water, dat hij het opgaf. Hij kon het simpelweg niet langer meer volhouden. Hij stelde keer op keer de andere vissen en zichzelf teleur. Op deze manier hoefde het van hem niet meer. Dan maar opgevreten worden. Het kon hem niets meer schelen. Sterker nog. Misschien was dat wel de beste oplossing voor zijn problemen. Opgevreten worden klonk bijna als een prettig vooruitzicht. Het zou misschien even pijn doen, maar dan was de marteling waar hij nu dagelijks doorheen moest, in ieder geval voorbij. Hij gaf het op, stopte met zijn best doen om onder water te blijven en werd door de druk van het water direct naar boven geduwd. Plop.. daar dreef hij dan ineens. Boven op het water, daar waar het zo gevaarlijk is. Maar bang was hij niet.. hij was vooral leeg en moe. Doodmoe. Hij hield zijn ogen dicht in afwachting van wat er ging gebeuren. ‘laat het maar gebeuren’ dacht hij. Dan ben ik er van af en dan zijn ze van mij af. Dat is voor iedereen beter. Ineens voelt hij een scherpe steek in zijn nek. Hij wordt keihard omhoog getrokken. Van de schrik doet hij zijn ogen wijd open. Wat gebeurt er?! Hij voelt hoe hij mee wordt gezogen door de lucht. Het water is ver ver beneden hem. Van de schrik opent hij zijn snavel en tot zijn eigen verbazing komt er geluid uit. Een felle schreeuw, die als een echo door de ruimte gaat waar hij doorheen wordt getrokken. Hij is onder de indruk van het geluid. Had hij dat gemaakt? Nog een keer opent hij zijn snavel.. en weer hoort hij zijn eigen, indrukwekkende, geluid. Baf! en dan ineens houdt het gevoel van weggetrokken worden op. Hij kijkt om zich heen en ziet dat hij in een soort bakje van takjes ligt. Hij kijkt omhoog en ziet boven zich twee grote ogen en een grote gele snavel. Wow! Hij kijkt volledig onder de indruk naar het wezen voor hem. Hé, het wezen heeft ook van die onhandige grote vinnen, valt hem op.. En dat is niet het enige.. Het wezen heeft ook twee van die rare stokjes onder zijn buik, die de normale vissen niet hebben. Wat hem verbaast, is dat het wezen voor hem op die twee kleine stokjes stil kan staan op de rand van het bakje. Zou hij dat zelf ook kunnen? Voorzichtig duwt hij zichzelf omhoog en warempel! Ook hij kan op die twee stokjes stil blijven staan. Het is nog wat wiebelig, maar het lukt toch echt. En dan ineens valt het grote wezen dat voor hem staat uit het bakje met takjes. Wat gebeurt er nu? Denkt de vogel. Voorzichtig schuift hij op de stokjes onder zijn lichaam naar de rand van het bakje. Oe, dit is hoog! Gevaarlijk hoog! Ver onder hem ziet hij zand en daarginds het water. Het water, waarin hij zich altijd zo benauwd had gevoeld. Hé! Hoe kan dat? Vraagt de vogel zich ineens af? 'Ik voel me nu helemaal niet meer zo benauwd.' Hij beseft dat hij, nu hij boven is, helemaal nergens meer naartoe hoeft om even adem te halen. Hier is altijd adem aanwezig, meer dan genoeg voor hem en voor iedereen die hier leeft. En dan, voor het eerst in zijn leven, neemt hij bewust de tijd om diep adem te halen. Niet even snel een klein beetje, maar een volle teug met adem. En dan nog één. Zijn borst en buik vullen zich met frisse lucht. De vogel voelt hoe het hem energie geeft. Levenskracht. Dit voelt fantastisch! Opgevreten worden is zo erg helemaal niet! En dan ineens ziet hij het grote wezen op hem af komen met een ongelofelijke snelheid. De vogel verstijft en kijkt met grote verwondering en ook een beetje angst, naar het grote wezen. Hoe is het mogelijk dat hij zich zo snel verplaatst, zonder water?! Dat kan toch niet? En hoe doet hij dat met die onhandige grote vinnen. Zijn het eigenlijk wel vinnen? Vraagt de vogel zich nu af terwijl hij naar zijn eigen vinnen kijkt? Hij heeft ze er altijd al anders uit vinden zien dan die van de andere vissen. En dan scheert het grote wezen langs hem heen en geeft hem een duwtje. De vogel valt uit het bakje met takjes, wat natuurlijk gewoon het nest is. De vogel schreeuwt het uit. Zijn vinnen, wat natuurlijk gewoon zijn vleugels zijn, slaat hij van schrik op en neer terwijl hij zijn lichaam strak houdt… En dan, dan gebeurt er een wonder. Het vallen stopt en het lijkt wel alsof de vogel gedragen wordt door de lucht. Hij beweegt zijn vleugels nog een keer op en neer en hij merkt dat hij daardoor zelfs nog wat hoger komt. Wat gaat dit makkelijk! Denkt de vogel. En wat voelt het fantastisch! Hij vliegt!! Het grote wezen komt trots naast hem vliegen. De vogel voelt zich veilig. Veiliger dan hij zich ooit heeft gevoeld. Samen vliegen ze over de bomen, het strand en het water. Het grote wezen knikt naar de vogel en vraagt hem naar beneden te kijken. De vogel kijkt naar beneden en ziet in de reflectie van het water tot zijn verrassing niet één, maar twee vliegende wezens. Met prachtige grote vleugels en krachtige gele snavels. Langzaam dringt het tot hem door dat hij dat is daar beneden in de reflectie… én dat hij en het grote wezen naast hem… hetzelfde zijn. Zijn borst, die nog maar even geleden voor het eerst was volgestroomd met frisse levenslucht, vult zich nu met een heel ander gevoel. Warmte, licht, liefde. De vogel voelt dat hij, alleen al door dit heerlijke gevoel, nog hoger en hoger wordt gedragen. Vrij, krachtig, levend! Helemaal zichzelf. En dan hoort hij een vrolijke schreeuw naast zich, die hetzelfde klinkt als zijn eigen geluid.. Tot zijn verbazing begrijpt de vogel de klanken van zijn evenbeeld. ‘Welkom thuis’ KLAAGVIRUS ZEER BESMETTELIJK
Binnen veel bedrijven heerst het klaagvirus. Het klaagvirus blijkt zeer besmettelijk en kan al worden overgedragen door simpelweg met elkaar te praten. Je hoeft niet eens fysiek contact te hebben. Zelfs via de telefoon, what’s app, sms en e-mail kan het hardnekkige virus worden doorgegeven. Het klaagvirus heeft een remmende werking op de energie, de productiviteit en de gezondheid. Ook blijkt het humeur op de korte én lange termijn schade te ondervinden aan dit sluipvirus. De effecten zijn niet alleen merkbaar voor de geïnfecteerde zelf. Ook het bedrijf waarbinnen de geïnfecteerde werkzaam is, of het gezin waar de geïnfecteerde deel vanuit maakt, kan zware schade van ondervinden van dit virus. Er is nog geen doeltreffend medicijn gevonden tegen het klaagvirus. Het virus past zich namelijk razendsnel aan en als je denkt het onder controle te hebben, heeft het zich al weer op een andere plek genesteld. Leidinggevenden willen over het algemeen niets te maken hebben met geklaag en klagen daarom op hun beurt over de medewerkers, die zoveel klagen. Onbewust hebben ze dan zelf het virus ook flink te pakken. De wens is vaak om het klagen te onderdrukken en volledig uit te roeien. Dat blijkt olie op het vuur. Het klagen gaat dan namelijk gewoon door, maar buiten je beeld. Hierdoor krijgt je het vaak pas door als het eigenlijk al te laat is. DOORBRAAK We staan aan de vooravond van een grote doorbraak. Er blijkt namelijk een zeer doeltreffende remedie te bestaan tegen de negatieve effecten van het klagen. Deze remedie vraagt moed en inzet van alle geïnfecteerden én betrokkenen. Maar dit wordt beloond, want de resultaten zijn verbluffend. Het begint met het omdraaien of omdenken van het begrip klagen: Zie klagen niet als een hardnekkig virus dat uitgeroeid moet worden, maar als een cadeautje.. Klagen, een cadeautje?! Hoor ik je denken… Ja! klagen is een cadeautje. Alleen is het vaak heel goed verstopt of zo onaantrekkelijk verpakt, dat je niet echt uitgenodigd wordt het uit te pakken en er de waarde van te zien. Laat staan de ander ervoor te bedanken. Klachten naar boven krijgen in je bedrijf of gezin kan zorgen voor een enorme kwaliteitsslag en opwaardering van het werk- en leefplezier. Dit komt omdat er onder een klacht vaak een goede intentie zit. Zaak dus, om die naar boven te krijgen. HOE? Probeer de volgende stappen maar eens uit: 1. Verwelkom het klagen Wacht niet tot een klacht per ongeluk of met veel boosheid naar je toe komt. Organiseer regelmatig een klaagsessie, waar iedereen zijn of haar klachten mag uiten. Creëer een veilige omgeving waarin mensen dit ook durven te doen. Veiligheid kun je creëren door vooraf afspraken te maken met elkaar, zoals bijvoorbeeld: a. Respect voor elkaar (dus niet schelden of onnodig kwetsen). b. De klacht concreet en specifiek maken (dus geen woorden als ‘altijd’ en nooit’ of vage containerbegrippen gebruiken) c. Uit je klacht persoonlijk (praat dus vanuit de ‘ik’ vorm). Moedig mensen en jezelf aan om niet alleen de klacht te uiten. Geef ook aan waarom het belemmerend werkt en wat dit emotioneel met je doet. Stel je kwetsbaar op. Wees echt nieuwsgierig naar de klachten en dankbaar wanneer klachten geuit worden. Een klacht kan zijn: ‘Ik kan vaak niet bij je terecht om de dingen waar ik tegen aanloop te bespreken. Je deur is dan letterlijk en figuurlijk dicht. Het frustreet me dat ik daardoor niet verder kan met mijn werk. Dit geeft me het gevoel dat mijn werk en ik er niet echt toe doen.’ 2. Van klagen naar vragen Als de klachten zijn geuit en genoteerd, kun je pas echt van start gaan. Formuleer samen bij iedere klacht een vraag. Een klacht gaat namelijk vaak over iets waarin we belemmerd, niet gezien of niet geholpen worden. Een vraag formuleren bij de klacht, kan helpen om concreet te maken wat er nodig is om de belemmering of de teleurstelling om te buigen of zelfs te pareren. Hoe concreter de vraag hoe beter. Heel belangrijk: vraag wat je WEL wilt. De valkuil is dat een vraag vaak negatief wordt geuit of gesteld, waardoor het weer een verkapte klacht is. Het menselijk brein is erg gevoelig voor positief gestelde vragen. Ons onderbewuste gaat bij een positief gestelde vraag als het ware in een soort actiestand om te willen helpen. Een negatief gestelde vraag heeft het omgekeerde effect. Dus… NIET: ik wil niet meer tegen een dichte deur aanlopen als ik een vraag heb WEL: ‘ik wil graag aan kunnen kloppen bij je en geholpen worden als ik een vraag heb’ 3. Van vragen naar slagen Als de juiste vraag geformuleerd is, is het van belang deze vraag ook te adresseren en in te plannen. Aan wie wil je de vraag stellen? Wat is de datum of de frequentie, die nodig is om jou echt te helpen? Wat is het antwoord waar je op hoopt? Verwerk het gewenste antwoord in je vraag. De ander kan dan heel specifiek aangeven of jouw wens wel of niet beantwoord kan worden. Dit geeft helderheid. De vraag uit het voorbeeld bij punt 2, kan bij deze stap dus nog concreter en specifieker worden gemaakt door naam, tijd, frequentie en wens toe te voegen. Bijvoorbeeld: ‘Alice, het helpt mij enorm als ik één keer in de week bij je binnen mag lopen om de lopende zaken met je te door te nemen. Ik denk dat ik aan 15 minuten genoeg heb, om daarna weer volle vaart vooruit te kunnen. Daarnaast verwacht ik dat het me rust geeft. Is het in jouw agenda mogelijk om iedere maandagochtend van 10:00 uur tot 10:15 een kwartier in te plannen voor mij?’ 4. Verzilveren De laatste stap is dat er ook daadwerkelijk een afspraak komt. Als er voldaan kan worden aan de wens van de ander, doe dit dat ook. Ga dan niet vanuit macht of ‘spel’ nog je eigen stempel drukken op de wens van de ander. Zeg dan: ‘Wat een goed idee, zo gaan we het doen.’ Als dit niet kan, bijvoorbeeld omdat je agenda het niet toelaat, doe dan een ander voorstel. Bij het voorbeeld dat bij de vorige twee stappen werd gebruikt, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Op maandagochtend lukt het me niet, omdat ik dan altijd een vergadering gepland heb staan, maar op dinsdagochtend lukt het wel van 10:00 tot 10:15 uur. Zal ik dát moment wekelijks voor je reserveren?’ of: ‘Op het tijdstip dat jij noemt zit ik altijd in de auto. We kunnen er wel iedere maandagochtend een vaste belafspraak van maken. Als ik jou daar voldoende mee verder help, dan plannen we het in vanaf nu.’ 5. Kers op de slagroom Door de klacht en daarna de vraag serieus te nemen, deze te delen en de afspraak te maken, laat je beiden zien professioneel te zijn en vanuit positieve intenties verder te willen werken. Missie geslaagd! Als kers op de slagroom kan er nog één stap worden toegevoegd. Spreek je waardering uit en geef de ander een compliment voor de wijze waarop het is opgepakt. Vind de woorden die voor jou kloppend en oprecht zijn, dat maakt dat een compliment ook echt aangenomen kan worden. Geef jezelf ook een (innerlijke) compliment. Je hebt zojuist namelijk dé remedie gevonden tegen de negatieve gevolgen van het klaagvirus en ontdekt dat klagen eigenlijk een verkapt cadeautje is. Doe er je voordeel mee. Alice Kroeze DNA coaching & consultancy www.dnacoaching.nl 'You have to believe in yourself'. It's great if you believe in yourself... But still to me that sounds as an 'in between station' towards the real goal: BE YOURSELF. Because when you are yourself, there is nothing to debate, to discuss or to believe. You don't have to convince yourself or anyone. When you ARE YOU... you know instead of believe. So my advice is: Don't believe in yourself, but BE YOURSELF and you will know. Zingeving is één van de meest gewilde punten op het wensenlijstje van de mensen en merken waarmee ik dagelijks werk. Vaak staat deze wens zelfs op nummer 1, omschreven als: 'Iets voor de wereld betekenen'. 'Het verschil maken'. 'Er toe doen'. 'Van maatschappelijke meerwaarde zijn'.... Zin geven, geeft zin in het leven, lijkt het credo. Maar hoe doe je dat? Hoe 'geef je zin' op een manier dat je er zelf ook steeds weer zin in krijgt en houdt? Wat is het geheim van zingeving? Bij zingeving lijkt het te gaan over 'de wereld', 'het goede doel' of 'de maatschappij'. In ieder geval iets buiten onszelf, dat hulp behoeft. Ook wordt het veelal gezien als een activiteit, die toegevoegd gaat worden aan de bestaande agenda. Deze twee ingrediënten zijn vaak de belangrijkste redenen waarom het 'zingeven' strandt. Tegelijkertijd zit daar ook de sleutel naar succes. Zingeving begint namelijk niet bij 'de wereld', 'het goede doel', de maatschappij' of 'de ander'. Zingeving begint bij jezelf en als je het goed doet, past het binnen je bestaande agenda. STAP 1: DOE WAAR JE ZIN IN HEBT Veel mensen noemen dit egoïstisch en alles behalve 'zingeving'. Het tegenovergestelde is waar. Weet dat je alleen duurzaam iets kunt betekenen voor de wereld, als je energie geeft aan de dingen waar JIJ in eerste instantie zelf energie van krijgt. Zingeven is dan niet alleen een cadeau voor de wereld, maar ook voor jezelf. STAP 2: DOE HET ZO GOED, DAT HET JE GOED DOET Wees niet bang om je kop boven het maaiveld uit te steken. Doe de dingen die je doet zo goed als je kunt, met hart en ziel. Wees ook trots op jezelf. Alleen dan ziet de wereld wie jij bent en wat je kunt betekenen. Zingeven lukt niet als je onder presteert of jezelf verstopt. STAP 3: RED JEZELF EN HELP DE ANDER Zorg er eerst voor dat je krachtig genoeg bent om jezelf te kunnen 'redden'. Pas dan kun je een ander helpen. Zorg er dus voor dat zingeven niet hoeft te concurreren met 'geld verdienen' of aandacht geven aan je gezin. Zingeven is, als het goed is, namelijk geen extra activiteit maar 'a way of living'. Besef daarnaast dat anderen helpen alleen zinvol is, als de ander jouw hulp wil ontvangen. Ongevraagd hulp bieden, kan namelijk het tegenovergestelde effect hebben, hoe goed de intentie ook is. Helpen, is ervoor zorgen dat de ander zich (steeds beter) zelf kan redden en is autonomie bevorderend. Als je goed helpt, maak je jezelf op den duur dus wellicht zelfs overbodig. Weet dit, zodat je, wanneer het zover is, trots en tevreden kunt loslaten. STAP 4: GA TERUG NAAR STAP 1 Check voor jezelf of dat wat je goed doet, jou nog goed doet. Heb je er nog zin in? Doe je nog waar je goed in bent? Doet het 'de ander' nog goed? Durf, op basis van dat wat je ontdekt, keuzes te maken, die ervoor zorgen dat je steeds weer de dingen blijft doen waar je energie van krijgt. Alleen dan kun je blijven doen, waar je goed in bent op een manier die jou én de wereld goed doet. Veel plezier met zingeven! Alice Kroeze www.dnacoaching.nl Leadership is one of the most popular subjects on linkedIn today. There are many beautiful and inspiring visions on leadership. It made me analyze the word 'leadership' and I came to the conclusion that the term leadership is not the most suitable term anymore. And maybe it never was.
Why? Because true leaders can be recognized by one thing. They are following.
True leaders won’t claim that they create their success, all by themselves. True leaders will acknowledge the inspiration they get, the insights they receive, the hard work done by others, the flow they trust on, the mistakes they make… True leaders are following their unique path instead of creating an other one. They overcome obstacles and celebrate the beauty and success on their path, knowing that they just have to follow. True leadership can be compared to parenting As a parent you can see yourself as a leader, but it quickly shows how important it is for a leader to follow. For example, when I teach my kids to ride the bike... I won’t bike in front of them to show how good I am asking them to follow me and do it exactly the same way. I will be walking, right behind them, to hold and watch their backs. But my eyes will be in front of them, so I can warn or save them if necessary. And only if they are save and sure enough to bike themselves, I will bike next to them. Not in front or behind, but next to them. Until they can bike faster and better and become the ‘leader’ themselves. So as a leader... stop leading and start following. Be right there, to watch the back of your employees. Have your eyes in front, to be able to warn or save them if necessary. And when they become good at what they do, be good at what you do best and be right there beside them. And when they become better than you... Allow and stimulate them to pass you. And if they do? Smile and be proud. That’s what true leadership is all about! |
AuthorAlice Kroeze Archives
March 2024
Categories |