Giles Baths, Cooge Bay, Australië – 7 februari 1998 Daar staat ze dan… in haar gloednieuwe aqua blauwe bikini bovenop de rotsen van Giles Bath in Coogee Bay. De warme Australische zon brandt op haar nog witte Hollandse huid. Het was even flink klauteren geweest, maar dit was het zeker waard. Wat een uitzicht! Vergeleken bij de machtige Grote Oceaan voor haar, voelt ze zich klein en nietig. Een heerlijk en bevrijdend gevoel, beseft ze tot haar eigen verbazing. Vlak onder haar slaan de golven in een onbekend maar vertrouwd ritme kapot tegen de rotsen. Na iedere klap spuit er een fontein van glinsterende druppels omhoog. Door de druppels ontstaan prachtige regenbogen, zo dichtbij dat ze ze vast kan pakken. Alice is onder de indruk van deze spetterende en kleurrijke show van moeder natuur en eigenlijk ook wel een beetje van zichzelf. Is ze echt hier? Heeft ze het gewoon gedaan? Ze knijpt zichzelf in haar arm en doet haar ogen nog iets verder open om zeker te weten dat ze niet droomt. Wie had dat gedacht? Alice… die op haar 15e brakend boven een Frans toilet hing omdat ze zo ziek was van heimwee naar Nederland. Of eigenlijk naar de discotheek thuis 'd'Aesculaap', waar ze geen zaterdagavond wilde missen. Alice… die op haar 18e voor het eerst met vrienden naar Tenerife vloog en zichzelf na die vlucht had beloofd om nooooooit meer in een vliegtuig te stappen. Behalve dan nog die ene vlucht om thuis te komen, waarin ze het bestierf van angst. Doodsangst. Stond diezelfde Alice, 4 jaar later, na een vlucht van 24 lange uren nu hier? Alleen, op een rots helemaal aan de andere kant van de wereld? Down Under?! Trots en nog wat onwennig kijkt ze om zich heen. Het lijkt wel alsof iedereen het heel normaal vindt dat ze hier staat. Niemand kijkt verbaasd of geschokt. Niemand kijkt überhaupt. Alsof ze niet beter weten dan dat zij één van die stoere globetrotters is die het gewoon aandurft om in haar eentje een jaar rond de wereld te gaan reizen. Ze besluit dat ze zich goed gaat inleven in het personage dat ze voor zichzelf gecreëerd lijkt te hebben. Alice… de avontuurlijke wereldreizigster. Op dat moment heeft ze nog geen idee hoeveel betekenis die woorden binnen een paar seconden krijgen. *** Wat is dit?! Denkt Alice terwijl haar hart samentrekt van schrik. Vanuit het niets grijpt een grote golf met ijskoud water haar warme lichaam. Met een keiharde klap wordt ze op de rots onder zich gesmeten. Het water trekt haar in de spleet naast de rots waarop ze stond. Met haar armen en benen probeert ze zich vast te grijpen... Nee! Niet naar beneden, niet daar naartoe! De vlijmscherpe schelpen, waar de rotsen mee bedekt zijn, snijden haar vingers venijnig open. AU! Ze kan zichzelf niet tegenhouden. Het water en de rosten zijn oppermachtig. Ze maakt geen schijn van kans. Er komt een golf van zelfspot komt over haar heen: "Zie mij nou hier. Nog geen twee seconden geleden voelde ik me ‘on top of the world'... En nu dit!? Wat genant!" De schaamte duwt een ongemakkelijke lach naar boven. Maar het lachen vergaat haar snel als ze met de volgende klap van het water voelt dat dit bloedserieus is. Ze hapt en snakt naar adem, maar in plaats van lucht krijgt ze een grote slok zeewater binnen. Haar lijf schokt en ze voelt hoe haar buik en keel het water kokhalzend weer naar buiten proberen te werken. Haar lichaam wordt afwisselend meegezogen om vervolgens weer omhooggeduwd te worden. Alsof ze wordt opgeslokt en uitgekotst door de rotsen die haar enkele seconden geleden nog droegen. Nu heeft ze geen idee meer wat boven en onder is. "Waar moet ik naartoe?!" schreeuwt ze in haar hoofd en in haar hart.. “In Godsnaam! Ik moet toch adem kunnen halen?" De scherpe rotsen snijden nu ook haar armen en benen open. Het briesende water verandert in een bloedrode kolkende massa. Ze wordt dieper en dieper meegezogen en het water blijft meedogenloos op haar inbeuken. De ruimte tussen de rotsen wordt kleiner en de druk op haar lijf groter. Haar heupen, schouders, ribben… haar hele lijf wordt als een stuk schroot in elkaar geduwd. Haar hoofd draait overuren. "Wat gebeurt er met me? Wat moet ik doen, in hemelsnaam!?" Ze gebruikt al haar kracht om zichzelf los te wrikken, maar tevergeefs. "Nee, dit mag niet gebeuren. Niet klem hier. Geef me lucht… NU!" eist ze, smeekt ze... bidt ze. Terwijl het voelt alsof haar longen langzaam vacuüm gezogen worden, hoort ze plotseling een hoge piep in haar oren, gevolgd door een tik. En dan is het stil. Doodstil. *** De verzengende chaos in en om haar hoofd verdampt. Zelfs de herinnering eraan lost op in het niets en maakt plaats voor stilte. Een beschermde bal van licht ontstaat rond haar hoofd. Vol met serene rust en licht. Zoveel helder licht, dat ze het niet alleen ziet, maar ook voelt. Het licht is nu overal om haar heen en doordrenkt iedere cel. Totdat er alleen maar licht over is. Allesomvattend en allesdoordringend licht. Zuiver, warm, veilig, gewichtloos, puur, zacht en liefdevol licht. Ja, liefdevol! Oneindig liefdevol. En dan gebeurt er iets bijzonders. Het voelt alsof er ruimte wordt gemaakt in haar. Alsof alles dat nog actief aan het overleven en vechten was, de ogen neerslaat, het hoofd buigt, een stap naar achteren doet en vol eerbied knielt. In die witte ruimte vol licht en eerbied, hoort ze een zachte heldere stem. De stem doordringt haar hele wezen. “Ontspan en geef je over. Laat je meenemen door de stroom van het water, de weg van de minste weerstand." Al voordat ze bewust een handeling kan verrichten, voelt ze dat ze zich heeft overgegeven. Meer dan ze zich ooit heeft overgegeven. Kalm en vol vertrouwen. Omarmd door stilte, warmte, liefde, licht en lucht. Lucht. Lucht? LUCHT! Haar longen zuigen zich vol met lucht. Lucht?! LEVEN! Haar ogen gaan wijd open en maken contact. Opnieuw zuigen haar longen zich vol. Ze voelt meer lucht en leven dan ze ooit heeft gevoeld! Haar lijf, hart en ziel stromen vol met lucht, liefde en leven. Het stroomt, blijft stromen en overstroomt haar hele wezen. Hete tranen rollen over haar wangen. Zonder geluid te maken jubelt ze van intens geluk. LUCHT! LEVEN! *** Terwijl ze zichzelf naar een veilige plek probeert te bewegen, weg van de rosten en weg van de onverbiddelijke golven, zoeken haar ogen door de hete tranen naar de lange, asblonde jongen die haar zojuist heeft gered. Hij zag er heel ‘eigen’ uit. ‘Waarschijnlijk ook een Nederlander’ concludeert Alice. Zijn ogen zijn nog op haar netvlies gebrand en ze voelt de afdruk van zijn hand nog op haar bovenarm. De plek waar hij haar vastgreep en haar in één beweging omhoog trok. Terwijl haar lichaam zoekt naar een veilige plek, blijven haar ogen zoeken. Ze vraagt zich af hoe hij bij haar heeft kunnen komen? Hoe dat mogelijk was, op die rotsen, terwijl de golven zo tekeergingen? Waar ze ook kijkt, op de rotsen, het strand, het water… Hij is nergens te bekennen. Veel tijd om erover na te denken krijgt ze niet. Er hebben zich ondertussen tientallen mensen om haar heen verzameld in de lagune waar ze haar veiligheid heeft teruggevonden. Ze kijken haar geschokt aan. ‘Waarom?!’ Denkt Alice, ‘Ik ben toch gered?! Ze hoeft niet lang te wachten voordat ze het antwoord krijgt op die vraag. Als ze naar beneden kijkt ziet ze het rode vocht langs haar gewonde lijf stromen. Van haar nieuwe bikini is weinig meer over, ze schrikt hoeveel er van haar naakte lichaam te zien is, terwijl er zoveel ogen op haar gericht zijn. Met haar armen en handen probeert ze haar lichaam te bedekken. Ze wordt uit het water geholpen, door een paar onbekende helpende handen. Ondersteund gaat ze op weg naar de ‘first aid’ post iets verderop, nog steeds krampachtig haar intieme lichaamsdelen bedekkend. Met al die ogen op haar gericht voelt ze zich naakt en kwetsbaar. Haar gedachten schieten nog één keer naar die lange, tikje slungelige asblonde, jongen, met zijn indringende en geruststellende grijsblauwe ogen. Ze scant het strand, de lagune. Maar waar ze ook kijkt… het enige dat ze ziet is het spoor van helderrood bloed op het witte zand achter haar. En onbekende gezichten. Heel veel onbekende gezichten. Om haar heen vallen monden open en voelt ze de starende ogen landen op haar bebloede huid. Het lijkt wel alsof iedereen die haar aankijkt bevriest en zij zich als enige beweegt in een wereld die langzaam wordt stilgezet. Ze krijgt de neiging om al die bevroren blikken te smelten en iedereen wakker te schudden en te roepen. "Joehoeoeee, ik leef!! Mensen, niet zo ernstig allemaal. Ik haal adem! En hoe? Ik kan wel zingen van geluk. Ik leef!" "Thank God… I am alive! Alice Kroeze from the Netherlands is alive! As never before." De naakte kwetsbaarheid maakt plaats voor totale euforie. Ze wil nu het liefst zingen, juichen, dansen. Opnieuw voelt ze de hete tranen van geluk over haar wangen stromen. Ze is niet alleen gered, maar voelt zich ook bevrijd, verlicht… opnieuw geboren! Bij de eerste hulppost aangekomen, wordt ze direct opgevangen. Zorgvuldig worden haar wonden geïnspecteerd, schoongemaakt en verbonden. Meer dan een uur zijn ze met haar bezig. Haar ogen nemen het waar, maar het is alsof haar lijf geen contact kan maken met de pijn. Pijn die er zou moeten zijn als ze afgaat op dat wat ze ziet. Grote schaafwonden, waarvan er een aantal flink diep. Veel bloed en loshangend vel. Ze kan geen lichaamsdeel ontdekken dat niet gewond is. Van haar tenen tot haar benen, van haar heupen tot haar vingers, met doorkliefde nagels. Niets is ontzien. Of toch wel? De arts die haar helpt, kijkt haar verwonderd aan. "You must have had a lot of angels around you." zegt hij. Hij licht toe hoe bijzonder het is dat haar hele lijf gewond is, maar er geen enkele verwonding is te zien aan haar hoofd. "One hit on the head could have been fatal." zegt hij. "You are a very lucky girl to get a second chance like this.", voegt hij er nog aan toe.. Alice beaamt de mooie woorden van de arts, wat alleen nog maar extra voeding is voor haar euforische gevoel. Het is een wonder dat ze nog leeft! Een geschenk… En dat is het. Toch voelt ze zich ook wel een beetje dom, dat ze als naïef Nederlands meisje op de rotsen is gaan staan, zonder het gevaar ervan te beseffen. Nog niet eens twee dagen in Australië en nu al dit. Het is alsof hij haar gedachten kan lezen. "Please don’t do this again. Freakwaves can come up from nowhere. Be careful. The Australian ocean is not like the Dutch Sea. Only Australians with a deathwish go up there. All the others won’t, they know better." Ze bedankt hem voor het advies en slaat beschaamd haar ogen neer, die er daardoor opnieuw aan herinnerd worden hoe gehavend ze er eigenlijk uitziet. Ze vraagt aan de arts hoe het kan dat ze, ondanks al de verwondingen, niets voelt. Althans.. geen pijn. Hij legt uit dat de adrenaline het heeft overgenomen in haar lijf en dat ze vast nog wel even doorkan op deze ‘natural rush’. En dat is ook precies het verrassende doktersadvies dat ze krijgt als ze klaar zijn met het verbinden van haar wonden. Ze moet de komende uren wakker blijven, of, om precies te zijn, in ieder geval niet gaan liggen. Als ze gaat liggen, kan het verband zich gaan hechten aan haar wonden en omdat behalve haar hoofd, haar hele lijf gewond is en er bijna overal verband zit, is er geen kant waarop ze kan gaan liggen om te slapen. Ze krijgt pijnstillers mee en uiteraard het advies om er niet bij te drinken. Maar dansen, dat mag wel. Nou, dat hoeft hij maar één keer te zeggen… Want haar hele lichaam wil maar één ding en dat is dansen. Dansen met het leven. En dat is wat ze doet, tot de zon ondergaat en weer opkomt.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
AuthorAlice Kroeze Archives
January 2023
Categories |